Ik Student
Universiteit Amsterdam
profiel 1
profiel 2
profiel 3
profiel 4
profiel 5
profiel 6
profiel 7


‘Zolang ik geen zelfmoordpoging doe is er niks aan de hand’

Accepteren


‘Ik ben heel gestrest over de vakken die ik nog moet halen: wel lastig. Dat hoort gewoon bij mij. Ik heb er moeite mee om te accepteren dat dingen nu eenmaal zo zijn zoals ze zijn.’

Outcast


‘Op de middelbare school heb ik ook kutperiodes gehad. Dan vroeg ik mezelf af waar de fuck ik het voor deed. Als je een beetje een outcast bent en de leerlingen vinden je niet leuk, dan is dat best moeilijk. Ik had echt heel veel verrotte losers in mijn klas; daar moet je het dan mee doen. Ik wilde slagen omdat ik gewoon weg wilde, dus ik heb echt knetterhard zitten leren.’

Kwaad


‘Ik kan me echt kwaad maken om van alles. Ik wind me meer op dan goed voor me is. En dan slaap ik slecht. Dan word ik honderd keer per nacht wakker. En dan ben ik gewoon bekaf.

Ida (21) voelt zich soms een outcast, kan zich erg boos maken, is gestrest over vakken die ze nog moet halen en steeds bang voor incassobureaus. ‘Op jezelf wonen valt wel tegen. Als ik thuiskom zou ik tegen iemand aan willen zeiken.’


Na de middelbare school werd Ida tot de kunstacademie in Rotterdam toegelaten. ‘Maar in Rotterdam wilde ik echt niet wonen, dat is een groot getto. Daarom ben ik maar naar Utrecht gegaan. Maar dat is ook niet echt mijn stad: dorps, klein en bekrompen. De studenten daar zijn allemaal van die corpsballen: niet mijn studentenvolk.’
Na drie jaar besloot Ida om naar Amsterdam te gaan en daar een andere studie te doen: informatica. Nu, in haar eerste jaar, gaat het op zich goed met haar studie. ‘Soms heb je wel een kutdag. Je moet er echt met je hoofd bij zijn als je aan het studeren bent. En dat is moeilijk.’


Geen lallende student
In het begin kon ze op de faculteit moeilijk haar weg vinden. ‘Ik heb toen maar de studievereniging gemaild en gevraagd of iemand me kon rondleiden. Nog steeds ken ik niet veel mensen. Misschien ben ik daar ook niet bewust genoeg naar op zoek. Met de studievereniging doe ik eigenlijk niks. Ik ben geen bierzuipende, lallende student, zeg maar. Een tijdje terug ging ik bowlen met studiegenoten. Zat ik daar met mijn cola terwijl iedereen met z’n bier melig aan het doen was. Maar ik ben van mezelf al melig. Ik heb geen bier nodig om gezellig te zijn.’


Oud genoeg
Ida’s ouders zijn gescheiden toen zij tien was. Tot voor kort zag ze haar vader weinig en kon ze ook niet goed met hem overweg. ‘Nu wil mijn vader me nog steeds opvoeden. Hij zeikt altijd over de oorbellen die ik in heb en dat mijn haar anders moet. Maar dan had hij er maar eerder voor me moeten zijn. Nu moet hij het maar accepteren. Ik ben 21 en ik geef hem gewoon een vinger: Fuck it. Het is mijn eigen leven en ik ben oud genoeg om dingen zelf te kunnen beslissen.’ In de stad waar Ida vandaan komt voelt ze zich niet thuis. ‘Je hebt daar heel veel laagopgeleide Turken en white trash. Hoogopgeleide mensen wonen daar niet. De mensen uit het alternatieve circuit daar zijn van die nietsnutten die niets willen en niks kunnen, net als die irritante linkse krakers in Amsterdam. Daar word ik ook nog wel eens mee vergeleken door mensen die me niet kennen. Maar ik studeer hard en ik wil gewoon een goede baan hebben.’


Incassobureaus
Ida kan zich om veel dingen druk maken. ‘Ik ben heel gestrest over de vakken die ik nog moet halen. Dat hoort bij mij, maar dat is wel lastig. Ik heb er moeite mee om te accepteren dat dingen nu eenmaal zo zijn zoals ze zijn.’ Daarnaast wordt ze ook gespannen van het regelen van haar financiële zaken. ‘Ik ben bang voor incassobureaus. Ik maak mijn post niet open, want dan is het weer een rekening. Dat bederft mijn goede humeur, zo ik dat al heb. Ik heb de grootste belbundel die je kan hebben, en nog ga ik eroverheen. Ik had laatst een rekening van 115 euro.’
Soms vraagt Ida zich af waar ze het allemaal voor doet. ‘Maar ik weet: als ik stop met studeren, zal ik moeten werken. Dan kan je me echt wegslepen. Ik heb geen diploma’s dus ik kan alleen maar kassawerk doen, daar ben ik me heel erg van bewust.’


Dom wijf
Ida heeft in haar leven veel psychologen gezien. ‘Ik weet niet eens meer hoeveel. Toen ik 16 was kon mijn moeder mijn gedrag niet meer aan en kreeg ik een psychologe. Zo’n dom wijf dat net van de opleiding afkwam. Ik heb er niets aan gehad.’
‘Ik kan nu wel weer iemand gaan zoeken en weer alles gaan vertellen, maar ik krijg toch altijd van die crappy ass psychologen. Weer alles naar boven halen. Dat heeft allemaal geen zin. Zolang ik nog geen zelfmoordpoging doe is er niets aan de hand. Het gaat soms beter, soms slechter.’


In mijn eentje
Op zichzelf wonen vindt ze niet altijd makkelijk. ‘Ik had geen voorstelling van studeren. Eigenlijk wilde ik gewoon weg bij mijn ouders; ik was ze zat. Maar op jezelf wonen valt best tegen. Gelukkig kan ik ‘s nachts kleding maken zonder dat ik daar iemand mee stoor. Dat is ook wel weer fijn. Maar als ik thuiskom ben ik in mijn eentje. Dan doe ik altijd meteen de televisie aan. Dat zegt misschien toch wel wat. Eigenlijk wil ik gewoon tegen iemand aanzeiken als ik thuis kom.’

Verhaal Hoesem: ‘Verwacht niet te veel van mensen, dat voorkomt teleurstelling’
Verhaal Ida: ‘Zolang ik geen zelfmoordpoging doe is er niks aan de hand’
Verhaal Maartje: ‘Ik denk echt over alles na’
Verhaal Marco: ‘Vrienden raak ik kwijt. Zo gaat dat bij mij’
Verhaal Marianne: ‘Nu maak ik het af, al duurt het nog twintig jaar’
Verhaal Simon: ‘Als je niet in Amsterdam woont, lig je er wel een beetje uit’


 print versie