Ik Student
Universiteit Amsterdam



‘Klamme handen en de angst om af te gaan’

Luisteren naar anderen


‘Ik ben zo iemand waar andere mensen naartoe komen als ze problemen hebben. Ik schijn een soort vertrouwen uit te stralen. Dat is wel een compliment. Zelf ben ik niet zo. Bij mij moet je het er meestal uittrekken.’

Teddybeer


‘Soms heb ik opeens een woedeaanval en kan ik heel chagrijnig tegen iedereen doen. Ik vraag me dan af waarom ik dat doe. Ik ben namelijk helemaal niet zo, ik was altijd de teddybeer van de klas.’

Bob is zeventien, woont bij zijn ouders in Purmerend en studeert biomedische wetenschappen. In veel opzichten geniet hij daarvan. Maar toch zijn er dingen waar hij last van heeft. Faalangst bijvoorbeeld. En thuis is het ook niet makkelijk.


Op de middelbare school had hij weinig vrienden. Bob: ‘Er heerste daar een hokjesgeest. Elke stap die je zette kon je in de problemen brengen; daar kreeg ik geen zelfvertrouwen van. Vooral de eerste jaren van de middelbare school was dat heel erg. Ik had soms volledige black-outs.’
Toen hij ging studeren kwam daar snel verandering in. ‘Ik kwam allerlei mensen tegen die mijn denkniveau hebben en met wie ik op dezelfde golflengte zit. Nu ben ik meer een onderdeel van de groep. Ik kan veel opener praten, dat is zo lekker. Wat je ook denkt en doet, je wordt meer geaccepteerd. Daardoor is het minder erg om fouten te maken. Binnen de studie kan ik meer mezelf zijn.’


Faalangst
Echte problemen heeft hij niet, vindt Bob. Wel heeft hij last van faalangst. ‘Daar probeer ik zo relaxed mogelijk over te doen, maar soms is dat heel moeilijk. Ik voel de spanning: ik zweet, heb klamme handen en ben bang om af te gaan. Als ik in die negatieve spiraal zit lijkt het alleen maar fout te kunnen gaan. Het gevoel begint al twee uur voor een tentamen, als ik in de trein zit. ‘Tentamenweek’ klinkt ook zo belangrijk, waardoor het alleen nog maar slechter gaat.’ Tot nu toe heeft hij dan ook nog geen goede cijfers gehaald. ‘Ook niet echt slecht, maar wel beneden verwachting. Dat is vervelend.’


Lastige thuissituatie
Daar komt bij dat zijn thuissituatie niet makkelijk is. ‘Mijn moeder is verschrikkelijk ziek, ze heeft drie hernia’s en zit in een rolstoel. Ze at bijna niets maar werd toch steeds zwaarder, zodat ze een maagverkleiningsoperatie moest ondergaan. Die is volledig mislukt. Daar probeert ze nu van te herstellen.’ Bovendien heeft zijn vader een hele zware baan waardoor hij vaak van huis is. Daardoor komt veel op de schouders van Bob terecht. Hij past na schooltijd vaak op zijn kleine broertje en helpt zijn moeder met van alles en nog wat.


Relaxed blijven
Soms heeft hij het best moeilijk met die situatie thuis, maar volgens zijn vrienden straalt hij dat niet uit. ‘Zij vinden dat ik er heel relaxed mee omga, terwijl ik zelf voel ik dat ik het opkrop. Ik houd het liever verborgen. Als je me vraagt hoe het met me gaat dan zeg ik wel iets, maar veel emotionele gesprekken met mensen heb ik niet. Dan klinkt het allemaal zo zielig. Bovendien zijn mensen meestal toch niet geïnteresseerd.’
Wat hij doet om met zijn faalangst om te gaan: hij probeert zo relaxed mogelijk te blijven. ‘Ik ga dan mediteren, bij wijze van spreken. Even rustig uitademen en in mezelf keren. Dan zeg ik tegen mezelf dat ik wel beter weet hoe het zit. Meestal gaat het dan een stuk beter. Die faalangst moet ik zelf veranderen. Een cursus heeft geen zin en kost alleen maar tijd. Daar schiet ik niets mee op.’

Verhaal Bob: Klamme handen en de angst om af te gaan
Verhaal Jason: ‘Ik moest een doorslaand succes worden, vond ik zelf’
Verhaal Marlies: ‘Ik kan me moeilijker concentreren dan andere studenten’
Verhaal Michiel: ‘Toen was ik door mijn studiefinanciering heen’


 print versie